Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Deze gemeente betaalt de zorg en ontvangt via het gemeentefonds budget. Het vaststellen van de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige, oude definitie, leidde tot onduidelijkheid en hoge uitvoeringslasten. De nieuwe definitie moet hier een einde aan maken.
Het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugdwet, per 1 januari 2022, kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Dit woonplaatsbeginsel sluit ook beter aan bij de uitgangspunten van de Jeugdwet.
Door de wijziging van het beginsel verandert voor ca. 20.000 jongeren de verantwoordelijke gemeente. De nieuwe verdeling wordt voor 2022 toegepast bij verdeling van het budget. Daarnaast is meteen ook de financieringssystematiek gewijzigd. Het zal duidelijk zijn dat deze veranderingen een individuele gemeente per saldo voor- of nadeel zal opleveren ten opzichte van 2021.
Gemeenten met veel jeugdhulp binnen hun gemeentegrenzen, waar de kosten in 2020 en 2021 zijn gestegen kunnen door de gewijzigde systematiek een financieel nadeel ondervinden. Dit wordt veroorzaakt door het beëindigen van bekostiging op basis van historisch zorggebruik (zogenaamde T-2 systematiek). Ook jeugdigen waarvan de woonplaats voorafgaand aan een jeugdhulptraject niet administratief is vast te stellen leveren problemen en mogelijk een financieel nadeel op.
Compensatieregelingen
Om gemeenten te compenseren zijn er twee compensatieregelingen opgesteld, namelijk:
- compensatieregeling ‘onderbreking financieringssystematiek voogdij en 18+’
(Gemeenten kunnen tussen 1 juni 2022 en 1 oktober 2022 een aanvraag doen om gecompenseerd te worden)
- compensatieregeling ‘woonplaats onbekend’
(Gemeenten kunnen tot en met 1 april 2023 een aanvraag doen om gecompenseerd te worden).
Overigens is de compensatieregeling alleen van toepassing op jeugdigen die al in verblijf zaten op 1 januari 2022.
Conclusie
It’s Public heeft een analyse gemaakt op basis van de uitgaven aan jeugdzorg voor Voogdij/18+ die het CBS jaarlijks publiceert. Zie hier de wijziging compensatieregeling woonplaatsbeginsel jeugd.
Deze wijziging leidt tot een herverdeling van €30 mln tussen gemeenten onderling. Naar verwachting is de compensatieregeling veel te klein. Wanneer alle gemeenten die er recht op hebben compensatie aanvragen zal de totale aanvraag €160 mln zijn.
In aanvulling op de totaalberekening is ook berekend wat de verwachte aanvraag en uitkering is per gemeente. In de te raadplegen Excel sheet is eenvoudig terug te vinden waarop de vermoedelijke compensatie aanvraag is gebaseerd.