De wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) betekent dat ook de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, ook wel de financiële verordening genoemd, moet worden gewijzigd. Dat moet op tijd gebeuren voordat de wijziging van het BBV van kracht worden: dat wil zeggen vanaf het begrotingsjaar 2017.

 

Inleiding
De gemeenteraad is wettelijk verplicht een dergelijke verordening voor de financiële organisatie, het financieel beleid en het financieel beheer van de gemeente vast te stellen. Na het vaststellen van een nieuwe of gewijzigde verordening, dient deze te worden gepubliceerd en binnen twee weken (na vaststelling door de gemeenteraad) aan gedeputeerde staten te worden gezonden. De wijzigingen in het BBV die van toepassing zijn vanaf het begrotingsjaar 2017, hebben als gevolg dat de financiële verordening nu geactualiseerd moet worden.

Taakvelden
In het gewijzigde BBV worden de productenramingen en -realisatie vervangen door vijftig voorgeschreven taakvelden.  In de oude Model Financiële verordening vond de autorisatie van baten en lasten plaats op het niveau van een product(-groep). In de nieuwe Model Financiële verordening worden de taakvelden op voorstel van het college door de raad aan de programma’s toegewezen en is de autorisatie van de baten en lasten vormgegeven op het niveau van de taakvelden.

 Beleidsindicatoren
Een andere wijziging van het BBV heeft betrekking op de voorgeschreven negenendertig beleidsindicatoren. Het voorstel van het college voor de beleidsindicatoren moet tenminste deze verplichte beleidsindicatoren bevatten.

Overhead
Ook de verwerking van de kosten van overhead is veranderd. In het gewijzigde BBV worden de kosten van overhead niet doorbelast aan de taakvelden maar apart in de beleidsbegroting, de financiële begroting, het jaarverslag en de jaarrekening opgenomen. Dat heeft consequenties voor de kostprijsberekeningen van de gemeente. Zoals van rechten en heffingen waarmee de gemeente kosten in rekening brengt en voor de kostprijsberekening van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden. Door de wijziging van het BBV kunnen dus kostprijzen niet rechtstreeks uit de financiële administratie van de baten en lasten op de taakvelden worden afgeleid. Voor het bepalen van een kostprijs moet eerst een deel van de kosten van overhead aan de desbetreffende directe kosten worden toegerekend.

Rente
In het gewijzigde BBV wordt het gehele renteresultaat zoveel als mogelijk vanaf het taakveld Treasury doorbelast naar de andere taakvelden. Dat heeft als gevolg dat bij gemeenten de zogeheten omslagrente afwijkt van het toerekenen van het renteresultaat van de taakvelden. De omslagrente wordt gebruikt voor het toerekenen van de rente voor de financiering van vaste activa (met vreemd vermogen, reserves en voorzieningen) aan de kostprijzen van rechten en heffingen, en aan de kostprijzen van goederen, werken en diensten die aan derden (inclusief overheidsbedrijven) worden geleverd.

Kostprijsberekeningen
In de Model Financiële verordening 2016 is opgenomen dat de kostprijsberekeningen verplicht extracomptabel worden onderbouwd (artikel 12, lid 1). Dat wil zeggen in een aparte administratie met kostprijsonderbouwingen. Daarmee vervalt de noodzaak om bij het toerekenen van rente aan de taakvelden (in de begroting en jaarrekening) ook een rentevergoeding voor de inzet van reserves en voorzieningen mee te nemen.

In de financiële verordening moet in ieder geval de grondslagen opgenomen zijn voor de berekening van de prijzen en tarieven voor rechten en heffingen die door de gemeente in rekening worden gebracht (Artikel 212 Gemeentewet lid 2b). Naar aanleiding van de hiervoor genoemde wijzigingen van het BBV betekent dit dat de financiële verordening voortaan ook de grondslagen bevat voor de toerekening van de kosten overhead en rente aan de kostprijzen van rechten en heffingen en aan de kostprijzen van goederen, werken en diensten die de gemeente levert aan derden. De opbrengsten van rechten en heffingen mogen immers ten hoogste kostendekkend zijn. Op grond van de Mededingingswet moet een gemeente bovendien bij economische activiteiten in beginsel minimaal de integrale kostprijs in rekening brengen.

Financiële kengetallen
Het gewijzigde BBV schrijft een aantal verplichte financiële kengetallen voor, die moeten worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Ten opzichte van de eerder al verplichte kengetallen, is er nu een aantal toegevoegd.

 Investeringen met maatschappelijk nut
Op grond van het gewijzigde BBV zijn gemeenten vanaf 2017 verplicht om investeringen met maatschappelijk nut verplicht te activeren en af te schrijven naar gelang de gebruiksduur.

 Model financiële verordening VNG
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de model financiële verordening recent aangepast naar aanleiding van de wijziging van het BBV. Het nieuwe model is te vinden op de website van de VNG.