Hoe grip te krijgen op samenwerkingsverbanden?
Gemeenten hebben de uitvoering van verschillende (wettelijke) taken belegd bij publiekrechtelijke of privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden zoals regionale milieu- of omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, sociale werkvoorzieningen en afvalbedrijven. Door de decentralisaties in het sociale domein is het aantal samenwerkingsverbanden nog verder toegenomen.
Gemeenteraden vinden het vaak lastig om grip te krijgen en te houden op de risico’s (financiële en bestuurlijke) bij dergelijke verbonden partijen. De kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad komt daardoor niet altijd goed uit de verf.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Griffiers (VvG) hebben eerder een handreiking opgesteld om raadsleden te ondersteunen bij dit vraagstuk. In de handreiking zijn de volgende tips opgenomen:
1. “….Werk alleen samen als dat noodzakelijk is voor betere oplossingen (effectiever, efficiënter, meer gedragen) voor de burgers. Er zijn goede criteria om mee te bepalen wanneer een samenwerking aantrekkelijk is en wanneer niet.
2. Vul de rol van de raad in op een manier die past bij het soort samenwerking. Verschillende soorten samenwerkingen vergen verschillende rolopvattingen van de raad. Fasen van samenwerking (totstandkoming, implementatie, reguliere werken) kennen verschillende aandachtspunten.
3. Maak met het college op voorhand concrete afspraken over hoe het proces gaat lopen. Verwerk daarin afspraken over indicatoren voor beoordeling, over informatievoorziening en over momenten waarop de raad zijn invloed heeft.
4. Houd de samenwerkingsverhoudingen goed. Wees daarom open over de inhoud én over de sentimenten die achter uw opvattingen schuilgaan. In de praktijk komt goede samenwerking alleen tot stand als de relevante inhoud én de relevante sentimenten op tafel liggen.
5. Wees zeer alert op de bevoegdheden die overgaan én op de invloed die het gemeentebestuur houdt binnen de samenwerking. Bevoegdheden die eenmaal weggegeven zijn, komen moeilijk terug.
6. Zoek uw collega’s in andere raden op. Verlengd lokaal bestuur vergt verlengde democratische controle. Vorm dus (nieuwe) coalities om samen invloed uit te kunnen oefenen.
7. Zorg voor expertise binnen de raad over wat samenwerking is en over hoe de samenwerking werkt. Laat u daarbij ondersteunen door de griffier.
8. Laat uw samenwerkingsverbanden regelmatig evalueren en bekijk of continuering noodzakelijk is. Vanuit het oogpunt van publieke meerwaarde is het cruciaal dat de samenwerkingsprocessen kritisch door de raad worden gevolgd…”
De handreiking is onder andere te vinden op de website van BZK