Veel gemeenten zijn nu druk bezig met de implementatie van VPB in de administratie en het voorbereiden van de (eerste) jaaraangifte over 2016. Wellicht bent u zelfs al gestart met vergaande voorbereidingen met de fiscale waardering voor de openingsbalans, bijvoorbeeld voor het grondbedrijf, al dan niet samen met externe fiscalisten en ingehuurde taxateurs. Maar is deze inzet noodzakelijk?
Onze ervaring is dat soms te snel wordt geconcludeerd dat sprake is van VPB-plicht bijvoorbeeld bij het grondbedrijf en kermisactiviteiten. Er wordt onvoldoende getoetst of sprake is van fiscale winst.
Bij het grondbedrijf worden niet altijd alle uren en kosten van beleid aan de grondexploitaties toegeschreven. In geval van een verliesvoorziening heeft het dan nog zin om nog meer uren toe rekenen aan een grondcomplex? Bij de fiscale toets worden deze toerekeningen (van andere afdelingen) vaak niet meegenomen. Echter bij de fiscale toets kan het nu wel van belang zijn de volledigheid van bedrijfseconomische kostentoerekening aan de grondexploitaties weer onder de loep te nemen.
Bij kermisactiviteiten is onze indruk dat hier ook teveel wordt gekeken naar wat er volgens de boekhouding op het desbetreffende product aan kosten wordt verantwoord terwijl elders in de administratie nog andere toerekenbare kosten zijn opgenomen, bijvoorbeeld uren beleid, handhaving, kosten openbare ruimte etc.
Ons kantoor kan u op verschillende manieren van dienst zijn om samen met u te kijken of inderdaad wel sprake is van VPB-plicht bij het grondbedrijf en andere gemeentelijk taken:
1. Uitvoeren review op eerdere winst-analyses
2. Toets op volledigheid toerekening kosten
3. Ook al bent u niet door de VPB-poort dan moet u jaarlijks wel blijven toetsen of sprake is van winstgevendheid van de gemeentelijke activiteiten. Ook dan kunnen we adviseren in de opzet en vastlegging van deze toets.