De mogelijkheid tot finale afrekening is al eerder in 2015, mede als resultaat van bestuurlijke afstemming tussen rijk, VNG, brancheorganisatie en accountants, door de VNG met haar leden gecommuniceerd.

Als een gemeente overgaat tot finale afrekening met een zorgaanbieder, dan resteert voor de hiermee gemoeide bedragen voor accountantscontrole geen onzekerheid. Finale afrekening houdt in, dat de zorgaanbieder aan de gemeente voldoende onderbouwing levert voor vaststelling van de geleverde zorg. De gemeente gaat vervolgens over tot onherroepelijke betaling. Dat kan omdat de zorgaanbieder en de gemeente het eens zijn over het bedrag van finale afrekening en de onderbouwing.

Als het landelijk controleprotocol wordt gehanteerd hoeven kleine zorgaanbieders en vrijgevestigden die aan gemeenten onder de grens van € 125.000 factureren geen controleverklaring af te geven om de administratieve last te beperken. Voor deze uitgaven resteert een vaktechnische onzekerheid in de controle vanwege (in ieder geval) het aspect prestatielevering. Tenzij de gemeente op andere wijze heeft vastgesteld c.q. kan aantonen dat de prestatie door de zorgaanbieder aan de cliënt heeft plaatsgevonden. In veel gevallen kan de gemeente dat echter niet.

Bij een voldoende groot aandeel van deze kleine zorgaanbieders en vrijgevestigden in het geheel van de uitgaven zorg, kan dit leiden tot een andere dan goedkeurende verklaring bij de jaarrekening van de gemeente. Het instrument finale afrekening biedt in deze gevallen derhalve een uitkomst.

Finale afrekening moet echter met beleid worden toegepast. De gemeente dient voldoende interne controles, (data) analyses en verbands-controles op de facturen c.q. productie van de zorgaanbieder te hebben uitgevoerd om zelfstandig tot een oordeel te kunnen komen over de redelijkheid en aanvaardbaarheid van deze uitgaven. Ook al heeft de gemeente geen 100% zekerheid over de prestatielevering. Zij moet een voldoende grondslag hebben om te komen tot een onherroepelijke afrekening. Zo moet bijvoorbeeld het juiste contractueel overeengekomen tarief gehanteerd zijn, moeten de facturen rekenkundig juist zijn en kunnen afgesproken budgetplafonds niet overschreden worden. Anders komt de rechtmatigheid van de uitgaven alsnog in het geding.

Het instrument finale afrekening dient om die reden niet als wondermiddel gehanteerd te worden om het vraagstuk van (controle-technische) zekerheid over de prestatielevering te omzeilen. Gemeenten hebben de plicht om vast te stellen dat haar burgers goede en juiste zorg krijgen. Dit kan als gemeenten de controle op de levering zelf oppakken door bij de cliënt zelf te toetsen, door accountgesprekken met de aanbieder over de levering en de onderbouwing daarvan of materiële controles uit te voeren als daar op basis van de gegevens aanleiding toe is.

Klik hier voor meer informatie.