Naar aanleiding van vragen over het onderwerp tussentijds winst nemen bij positieve grondexploitatiecomplexen behandeld in de Notitie Grondexploitatie 2016, heeft de commissie BBV een aanvullende notitie grondexploitatie gepubliceerd. Klik hier voor de volledige notitie.

De commissie stelt dat het verantwoorden van tussentijdse winst een verplichting is die voortvloeit uit het realisatiebeginsel en geen keuze. Belangrijke uitgangspunten bij het stelsel van baten en lasten zijn het toerekeningbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel. Volgens het realisatiebeginsel moeten baten en lasten en het daar uit volgende resultaat worden toegerekend aan de periode waarin ze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dat (de verwachte) winst gedurende de looptijd van het project ontstaat en ook op die manier wordt verantwoord en niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden aangemerkt. Bij het vaststellen van de tussentijdse winst is het noodzakelijk de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. Dit betekent dat er voldoende zekerheid is over het verwachte resultaat van de grondexploitatie, dat deze op een betrouwbare wijze kan worden ingeschat en dat de schatting kan worden onderbouwd.

De Percentage of Completion Methode|
Voor het bepalen van de tussentijdse winst geldt de percentage of completion (poc) methode. De methode houdt rekening met de specifieke kenmerken van de gemeentelijke grondexploitaties en de (financiële) fase waarin de grondexploitatie zich bevindt. De methode kan worden toegepast op alle grondexploitaties, ook op de enkele uitzonderingen waarbij de grondkavels relatief vlot en dus aan het begin van de grondexploitatie kunnen worden verkocht en de kosten voor voorzieningen zoals infrastructuur pas later worden gerealiseerd. De toepassing van de Poc methode leidt in deze gevallen tot een behoudende tussentijdse winst verantwoording.

In de praktijk betekent de poc methode dat de tussentijdse winst wordt berekend op basis van de kosten en opbrengsten die zijn gerealiseerd per individuele grondexploitatie. De totale winst wordt aan de reeds verkochte kavels van de individuele grondexploitatie toegerekend. Er kan geen sprake zijn van gerealiseerde winst als nog geen gronden verkocht zijn. De realisatie tot en met het lopende jaar ten opzichte van het totaal van de kosten en opbrengsten van de grondexploitatie is daarbij leidend.

In formule ziet dat er als volgt uit: % kostenrealisatie x % opbrengstrealisatie = % Poc. (ingeval de kosten voor 50% zijn gerealiseerd en de gronden voor 50% zijn verkocht, dan is de Poc dus 25%.

In de notitie is voor twee opvolgende jaren een rekenvoorbeeld uitgewerkt.

Tot slot tipt de commissie in de notitie nog even kort het onderwerp van fiscale jaarwinstbepaling aan. Daarover zegt zij:

Voor wat betreft de fiscale jaarwinstbepaling (vpb) zijn er nog geen uniforme regels of methodieken voor gemeentelijke grondexploitaties vastgesteld. In zijn algemeenheid moet de fiscale jaarwinst op basis van goed koopmansgebruik worden berekend. In de ogen van de commissie is de tussentijdse winstbepaling aan de hand van de Poc methode een aanvaardbare methodiek om als basis te dienen voor het bepalen van de fiscale winst. Het is uiteraard aan de individuele gemeente en de belastingeenheid om daarbij de specifieke feiten en omstandigheden in ogenschouw te nemen.

De nadere uitleg wordt opgenomen in de actualisatie van de Notitie Grondexploitatie die in het najaar van dit jaar zal worden gepubliceerd.