Specifieke uitkering
De WEB-middelen zijn sinds 2015 in de vorm van een specifieke uitkering verstrekt om te voorkomen dat deze zouden ‘verdwijnen’ in de transitie van de WMO. De middelen zouden per 2018 over kunnen gaan in het gemeentefonds omdat tegen die tijd de aansluiting van de educatiemiddelen bij het sociaal domein gerealiseerd zou zijn. In de meicirculaire gemeentefonds 2018 wordt echter met geen woord gesproken over de WEB middelen. Wel blijkt uit de meicirculaire dat het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de algemene uitkering. Hieronder kort een (terug)blik op de WEB-middelen.
Sinds 1 januari 2015 worden de WEB-middelen middels een specifieke uitkering toegekend aan de contactgemeenten van de 35 arbeidsmarktregio’s (AMR’s). Deze 35 contactgemeenten zijn verplicht om samen met de andere gemeenten in de AMR een regionaal educatieplan op te stellen. In de Wet is opgenomen dat de middelen in 2018 in het gemeentefonds zouden opgaan, tenzij uit de evaluatie zou blijken dat dat onverantwoord is.
De gedwongen winkelnering bij de roc’s is vanaf 2015 langzaam afgebouwd. In 2015 moesten AMR’s nog 75 procent van de WEB-middelen bij de roc’s besteden, vanaf 2016 vijftig procent en in 2017 nog 25 procent. Vanaf 2018 hoeven geen middelen meer bij de roc’s te worden ingezet.
Uitstel opname in het gemeentefonds
Uit het evaluatieonderzoek, wat in 2017 reeds is afgerond, blijkt dat het nog te vroeg is om de WEB-middelen ongeoormerkt op te laten gaan in het gemeentefonds. De evaluatie heeft geleid tot het uitstellen van het opnemen van de educatie-middelen in het gemeentefonds.
Samenvatting van het evaluatieonderzoek
Er is een meer divers educatieaanbod ontstaan, doordat gemeenten niet langer uitsluitend formele trajecten bij roc’s inkopen, maar in toenemende mate andere vormen van educatie aanbieden. Dit kunnen trajecten-op-maat voor specifieke doelgroepen via commerciële aanbieders zijn of laagdrempelige cursussen in bibliotheken of in samenwerking met welzijnsorganisaties. De ontwikkeling van het non-formele educatieaanbod is op veel plaatsen nog in volle gang en educatie is nog vrijwel nergens goed aangehaakt bij het sociaal domein. Ook is het bereik van het aantal laaggeletterden met WEB-middelen is nog zeer beperkt. Gemeenten kunnen meer mensen bereiken wanneer het educatiebeleid beter verbonden is met het sociaal domein. Meer dan de helft van de gemeenten denkt echter dat de continuïteit van educatie in hun gemeente in gevaar komt als het budget voor volwasseneneducatie niet langer geoormerkt is.
Het advies is daarnaast om de bestedingsmogelijkheden van de WEB te verruimen waardoor het mogelijk wordt niet alleen WEB-trajecten te betalen maar ook zaken als de werving van deelnemers, de coördinatie van non-formele educatie en de monitoring daarvan alsmede de regionale samenwerking in de AMR.
Aan het nieuwe kabinet de schone taak om een beslissing nemen over de toekomst van de volwasseneneducatie.
Bron: Rijksoverheid