Aanleiding decentralisaties
De versnippering, financiële onbeheersbaarheid en daardoor de gebrekkige werking van het zorgstelsel gaf aanleiding tot de Jeugdwet. Het uiteindelijke doel van de Jeugdwet is het versterken van de eigen kracht en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van de inwoner en zijn sociale omgeving. Gemeenten zijn bestuurlijk en financieel verantwoordelijk. De transitie; de overgang van deze bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid naar gemeenten, is geslaagd. Hoog tijd voor de transformatie; gericht op de inhoudelijke vernieuwing, het gedrag en de cultuur.
Transitie – Invulling opdrachtgeverschap door gemeenten
Gemeenten hebben met de zorgaanbieders contracten afgesloten voor de uitvoering van de Jeugdwet. Grofweg zijn deze contracten onder te verdelen in een drietal uitvoeringsvarianten:
Uitvoeringsvariant | Financiering | Invulling opdrachtgeverschap |
Inspanningsgericht | P*Q, specifiek product in afgesproken tijdseenheid | Gemeente stuurt achteraf op ontvangen informatie / facturen. Sturing gericht op financiën |
Outputgericht | Output, manier waarop die is behaald is niet vastgelegd | Gemeente stuurt achteraf op gerealiseerde resultaten per cliënt |
Taakgericht / lump sum | Opdracht of beschikbaarheid, niet te herleiden naar individu | Partnerschap, gezamenlijke verantwoordelijkheid |
Door de transitie zijn de zorgaanbieders geconfronteerd met een groot aantal contracten en daarmee een grote diversiteit aan verantwoordingsvoorschriften. Het landelijk controleprotocol (inclusief model productieverantwoording) heeft hier structuur in aangebracht. Veel gemeenten maken gebruik van de inspannings- of outputgerichte uitvoeringsvariant (circa 80%), waarbij het structureren en standaardiseren gedurende de transitieperiode werkbaar is geweest.
Van transitie naar transformatie
De transformatiedoelen per gemeente verschillen niet veel van elkaar en kunnen worden samengevat als het bieden van passende zorg; zo licht als mogelijk, zo zwaar als noodzakelijk. Uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden, met inzet van een sociaal netwerk.
Het wijkteam is – in theorie – binnen de zorgpiramide de spil waar alles om draait. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor inwoners, beoordelen of en waar hulp nodig is en verzorgen zo nodig de verwijzing naar specialistische hulp (die vervolgens wordt geleverd door de zorgaanbieder waarmee de gemeente het contract heeft afgesloten).
De praktijk heeft ons echter geleerd dat het wijkteam slechts bij 19% (Bron: Rapport CBS Jeugdhulp 2015) van de verwijzingen naar specialistische jeugdhulp actief betrokken is. De overige verwijzingen zijn afgegeven door de huisarts, jeugdarts, gecertificeerde instelling of medisch specialist. De gemeente ontvangt wel voor álle verwijzingen de rekening. Bij een inspannings- en outputgerichte uitvoeringsvariant heeft de gemeente beperkte sturingsmogelijkheden om het gebruik van specialistische jeugdhulp te verminderen. Tel daarbij op dat zorgaanbieders met de huidige uitvoeringsvarianten geen enkele financiële prikkel hebben om hun zorgaanbod aan te passen en de chaos is compleet.
Verantwoordelijkheid nemen
Enkel het verleggen van de financiering en verantwoordelijkheden van het Rijk naar de gemeenten heeft niet de oplossing geboden voor de toenemende kosten Jeugdzorg, gemeenten stevenen de komende jaren af op grote tekorten binnen het Sociaal Domein. Dit is een onhoudbare situatie. Laat gemeenten en zorgaanbieders met elkaar in gesprek gaan en vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid komen tot andere manieren van zorgverlening.
Van de gemeente wordt gevraagd te vertrouwen op de professional, de zorgaanbieder. Verval niet in controledrang. Daarmee krijgen we geen grip op de kosten, enkel onnodig hoge administratieve belasting. Stuur op het maatschappelijk resultaat en geef de zorgaanbieder het vertrouwen en de ruimte (ook financieel) om te komen met instrumenten voor passende zorg en maatwerk. Stimuleer de zorgaanbieder buiten de wettelijke kaders te denken en ook de professionals vanuit het onderwijs, het preventieve veld, de sportvereniging, kortom: de gemeenschap daarbij te betrekken. De uitvoeringsvariant “taakgericht” geeft hier de beste invulling aan.
Sturen en verantwoorden
Sturing en verantwoording vraagt bij de taakgerichte uitvoeringsvariant van gemeenten om de inzet van andere instrumenten dan de hard controls behorende bij de inspannings- of outputgerichte uitvoeringsvariant. Durf gebruik te maken van soft controls, richt contractmanagement in en zorg dat de gemeente een volwaardig gespreks- en samenwerkingspartner is van de zorgaanbieder. Juist vanuit de gemeente kan de verbinding worden gelegd met aanpalende beleidsterreinen. Alleen dan ontstaat inzicht, grip en niet onbelangrijk: een vermindering van administratieve lasten.
Deze manier van sturen en verantwoorden vraagt durf van de gemeenten om buiten de gebaande paden te treden. Zorg dat de basis op orde is, stel zelf een juiste mix van controls samen en ga het gesprek met de accountant aan over de rechtmatigheid. De gemeente bepaald (voor een groot deel) haar eigen kaders, neem de touwtjes in handen en neem verantwoordelijkheid zodat de zorg voldoet aan de huidige vraag en betaalbaar blijft.
Praktijkvoorbeelden
Praktijkvoorbeelden zijn er. Het ziekenhuis Bernhove hangt het principe ‘betere zorg door minder zorg’ aan, als antwoord op het huidige verdienmodel in de zorg dat de kosten steeds verder opdrijft (klik hier voor meer informatie) Het initiatief van Bernhove wordt gesteund door vaste prijsafspraken met de zorgverzekeraar. Bernhove is voor een aantal jaren zeker van vaste inkomsten, ook bij afname van zorgverbruik en kosten en creëert daarmee een terugverdientijd voor de investeringen die zij plegen om de processen opnieuw in te richten. Voor de zorgverzekeraar een voordeel omdat zij niet te maken krijgen met verrassingen als oplopende kosten. Win-win situatie voor beide partijen.
Meer weten over dit onderwerp en hoe EFK u bij het inrichten van de sturing en verantwoording kan helpen? Neem contact op via info@efk.nl of 072-5645740